Stadsbezoek Gouda 18-05-2017



Omdat ik nog een vrijreizenkaartje van de NS had en dit voor eind mei gebruikt moest zijn, wilde ik het niet laten verlopen, moest ik donderdag 18 mei een uitstapje kiezen. De week erop was ik niet in de gelegenheid om te gaan aangezien manlief dan voor een medische ingreep een paar dagen naar het ziekenhuis moet. Ook zou ik vanaf donderdag, als alles naar wens gaat met manlief, eventueel de 4daagse in Diever gaan doen.
Ik wilde al lang eens naar Gouda. In het grijs verleden was ik er weleens bij het evenement "Gouda bij Kaarslicht" geweest. Een bijzonder lichtfeest en één van de oudste van Nederland. 's Avonds branden er dan 1500 kaarsen achter de ramen van het historische stadhuis en nog eens duizenden achter de ramen van de panden rondom de markt en in de binnenstad.
Dat stadhuis wilde ik nu weleens gewoon gaan bekijken bij daglicht.
Ik had op internet op de WandelZoekpagina een wandeltocht opgezocht. Een niet te lange, het werd de Shoptocht, die mooi langs verschillende bezienswaardigheden bleek te gaan en 5 km lang was.


Direct liep ik al het Van Bergen IJzendoornpark in. Ook nu verwonderde het me weer dat er in een stad stad zo'n heerlijk rustig park is.



Zelfs toen ik nog niet echt in het oude centrum was zag ik al hele mooie oude huizen met mooie gevels.


Ik kwam bij het Cristiana Gijsbertshofje of Hofje van Letmaet.
Hofjes zijn typisch Hollandse instellingen van weldadigheid. Het zijn huisjes gesitueerd rond een binnenplaats, waarin arme oude vrouwen gratis wonen. Gouda telde in de loop van de tijd minstens 25 hofjes. Het oudste bekende hofje stamt uit 1449, het laatste uit 1887. De huisjes in de hofjes zijn zeer eenvoudig en bevatten niet meer dan een kamer met bedstede en een zolder. De entree van veel hofjes daarentegen bestaat uit een monumentaal poortgebouw geflankeerd door luxe woningen. Deze entree stelt de stichter in staat om zijn of haar naam te vereeuwigen. Een fraai voorbeeld hiervan is het Hofje van Letmaet aan de Nieuwehaven.
Van het Hofje van Letmaet is alleen het voorgebouw nog in tact, het achtergelegen deel werd in 1973 afgebroken.
bron: internet




Via een klinkerpaadje door het hofje verliet ik het hofje weer en, o.a. via een smal straatje, kom ik bij een gracht.

Het viel me op dat het water wel heel hoog in deze gracht stond, ik weet niet of dit altijd zo is.



Ik kwam langs het poortje van het voormalige Hofje van Jongkind, het poortje vormt thans de ingang van de tuin van het Verzetsmuseum in de Vrouwesteeg te Gouda.


Niet zo heel veel later ga ik de Geertje Bultsteeg in en voor een gaashek rechtsaf om vervolgens de Looierspoort in te gaan.


De Looierspoort die geen poort is.Tot in de 19e eeuw lagen hier de tuinen van grote huizen. Geldgebrek bij de eigenaren van deze panden zorgen ervoor dat hier in 1879 twaalf huisjes werden gebouwd. Kleine huisjes met één vertrek op de begane grond en één vertrek op de zolder. Desondanks woonden er grote gezinnen in. De gevels links en rechts lagen ten opzichte van elkaar versprongen, wat de privacy en de lichtinval verbeterde. In 1996 werden de huisjes van de sloop gered en gerestaureerd.

bron: ANWB infobordje in de straat


Even verderop in mijn routebeschrijving stond dat ik de Korenbeurs en Visbanken niet voorbij moest lopen. Ik lette dus extra op.

In bijna vijftien Nederlandse stadjes en steden vind je ze nog: de visbanken. Het zijn de overkapte toonbanken op de straat of het plein, waarop in vroeger dagen de vis werd schoongemaakt en
aan de man gebracht. Op veel plaatsen zijn deze monumentale marktkramen verdwenen en herinneren alleen straatnamen nog aan hun bestaan. In Gouda zijn ze er nog en staan ze bekend als Visbank en Korenbeurs, hoewel er nimmer koren is verhandeld. De galerij aan de Lage Gouwe was bestemd voor handelaars uit Gouda, die aan de Hoge Gouwe was het domein van de handelaars van buiten de stad en deze werd daarom ook wel "vreemde vismarkt" genoemd.
bron: internet



Even verderop zag ik veel mensen bij een sluis staan en hoorde ik via een luidspreker dat er iets verteld werd. Het Gouds Sluiswachtersgilde gaf daar een demonstratie van het spoelen van de Goudse grachten.
Tijdens deze demonstratie van de Donkere Sluis werd de werking van kruisende deuren getoond. Dit oude systeem komt alleen nog in Gouda voor en het diende om in één keer een stroom water door de stad te sturen en zo de grachten te spoelen. Met takels werden de deuren bediend en daarbij werd verteld hoe dat vroeger werkte. Jammer genoeg was de demonstratie al bijna afgelopen toen ik er was.






Niet veel later kwam ik op de Markt en zag het vijftiende-eeuwse stadhuis. 
Het is een van de oudste gotische stadhuizen van Nederland.
Aanvankelijk had het Stadhuys een bestuurlijke en administratieve functie. Door de jaren heen is het pand echter op veel verschillende manieren gebruikt. Zo is er jarenlang rechtgesproken en fungeerde het Stadhuys tijden als vleeshal. De gemeente Gouda hield er tot 2012 haar raadsvergaderingen en gebruikte het pand voor officiële ontvangsten. Verder worden er ieder jaar honderden huwelijken gesloten en doet de locatie dienst als decor van de traditionele Kaarsjesavond.
Aanvankelijk was het Stadhuys omringd door water en bereikbaar met een valbrug. Door de eeuwen heen is het pand regelmatig verbouwd en gerenoveerd. Er werden in de zeventiende eeuw veel gotische elementen vervangen door architectonische invloeden van de renaissance. In de twintigste eeuw is het Stadhuys weer grotendeels teruggebracht in haar originele staat.
bron: internet

Ik baalde wel even heel erg want om het Stadhuis heen was er markt. Ik was al bang dat deze markt de hele dag zou duren maar gelukkig gingen de meeste kramen in het begin van de middag weg.






Het klokkenspel in een nis aan de zijkant van het stadhuis dateert uit de jaren 60 en is wereldberoemd. Het is geschonken door een directeur van een Goudse verzekeringsmaatschappij en hoort dus origineel niet bij het stadhuis en wordt in de volksmond van de Gouwenaars, "het klokkenspel van Bouwmeester" of  "de Bouwmeesterrevue" genoemd, naar de naam van de schenker.
Dit uurwerk herinnert aan de invloedrijke graaf Floris de Vijfde. Ieder halfuur treedt Floris naar buiten om de bewoners stadsrechten te verlenen.






Nadat ik op een terras van één van de vele restaurants rond het stadhuis koffie gedronken had ging ik weer verder met mijn stadswandeling. Ik passeerde de oudste tabakszaak van Nederland.




Volgens mijn routebeschrijving zou ik het Lazaruspoortje moeten tegen komen. Ik had er eerst een ander eenvoudig poortje voor aangezien maar toen zag ik het, het was een poortje met een afbeelding.

De afbeelding op het poortje toont de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus (Lucas 16:19-31). Lazarus vraagt om kruimels te mogen eten die overschieten van de maaltijd van een rijke man. Hij krijgt echter slechts de zorg van honden, die zijn zweren likken. De man en de vrouw ter weerszijden van deze afbeelding zijn leprozen met een lazarusklepper en een aalmoezenschaaltje in hun hand. Daarboven een afbeelding van Lazarus, na zijn dood, in de schoot van Abraham. Lazarus werd de beschermheilige van de melaatsen.
Het poortje werd in 1940 afgebroken vanwege de uitbreiding van het gemeentelijk energiebedrijf. In 1965 werd het herbouwd op de huidige plaats aan Achter de Kerk. Het vormt thans de toegang tot de tuin van het museum het Catharina Gasthuis.
bron: internet



Dat Erasmus een deel van zijn jeugd in Gouda doorgebracht heeft wist ik eigenlijk niet of beter gezegd ik heb er nooit bij stil gestaan.


Desiderius Erasmus werd omstreeks 1466 als onwettig kind geboren in Rotterdam. In die tijd sprak men van een “defectus natalis”, hetgeen letterlijk zoveel betekent als ‘geboortedefect’.
Zijn geboorteplaats is Rotterdam, alhoewel er geen vermelding van zijn doop in doopregisters is aangetroffen. Zijn vader was een priester in Gouda en zijn moeder diens huishoudster. De moeder van Erasmus, Margaretha, die als familienaam Rogerius (Rutgers) zou hebben gehad, was een dochter van een chirurgijn uit Zevenbergen. Haar zwangerschap heeft zij waarschijnlijk in Rotterdam doorgebracht om het “ongelukje” te verbergen.
Op een bekend houten borstbeeld staat Goudæ conceptus, Roterodami natus (Latijn: in Gouda verwekt; in Rotterdam geboren) Een jaar voor de geboorte van Erasmus kregen zijn ouders ook al samen een kind: Pieter. Ook van deze broer zijn geen officiële doopgegevens overgeleverd.
Erasmus heeft drie jaar in Rotterdam gewoond en is toen vertrokken naar Gouda. 
bron: internet
Ook heb ik nooit geweten dat hij een onwettig kind was.


Vlak bij het borstbeeld van Erasmus stond ook nog dit bronzen kunstwerk “Gheraert Leeu” van Roel Bendijk (Gheraert Leeu was een Nederlandse drukker en uitgever. Hij drukte in zijn Goudse periode (1477-1484) ca. 69 werken)


Gouda is natuurlijk een stad die ook bekend is om zijn kaas. Ik kwam dan ook heel wat kaaswinkels tegen. In de meeste winkels was het dan ook druk met toeristen.


Door o.a. één van de smalle steegjes die Gouda rijk is kwam ik weer op de Markt uit.


Hier zag ik de mooie Goudse Waag.
De Goudse Waag is een historisch pand uit 1668. Vroeger werden hier de Goudse kazen gewogen. Nu is dit het Kaas- en Ambachten museum.
Op 31 oktober 1667 werd besloten om de Waag in Gouda te bouwen, waarvoor de beroemde architect Pieter Post de opdracht kreeg. In 1669 was het bouwwerk gereed. De bovenverdieping was voor de waagfunctie niet zo belangrijk en werd verhuurd aan de Schutterij. Beneden werden de aangevoerde handelsgoederen gewogen en aan de hand daarvan werd belasting geheven. Vanaf 1920 werd er alleen nog kaas gewogen. In 1956 volgde een uitgebreide restauratie en vanaf 1995 werd in de Waag het Kaasmuseum gevestigd. 
bron: internet



Op de Markt spotte ik ook nog dit meer dan honderdjarige huis.


Onderweg zag ik ook nog twee dingen die ik niet kon nalaten om te fotograferen. Bij een Dixi lagen laarzen en een overall. De eigenaar hiervan had vast hoge nood gehad want de Dixi stond op bezet.


Ook dacht ik even dat ik twee dames op een dak zag zitten en liggen maar toen ik beter keek bleken het poppen te zijn.


Het was echt de moeite waard om Gouda een bezoek te brengen. Ik moet er zeker nog eens naar terug om o.a. de Sint-Janskerk of de Grote Kerk te bezoeken. Deze kerk is vooral bekend om zijn reeks gebrandschilderde ramen. Ook museum Gouda is denk ik best de moeite waard en misschien het kaasmuseum ook wel.

Zwanen leed



Schreef ik in de update bij mijn postje "De Zwanen hebben Jongen" dat Vader Zwaan vorige week zaterdag was meegenomen naar de vogelopvang in Ureterp afgelopen woensdag hoorde ik dat hij er maandagavond al was overleden.




Moeder Zwaan moet het dus nu helemaal in haar eentje doen om haar jongen te beschermen. Afgelopen woensdag ging dit al mis. Bij ons in de zitkuil lag een jong met bloed aan de hals. Manlief heeft deze weer in de vijver gezet en we waren al blij dat ze al weer snel achter moeder Zwaan en haar broertjes en zusjes aanzwom. Wij en al de buren, die aan de vijver wonen, dachten dat het leed geleden was. Een buurman wist te vertellen dat het jong door een reiger was opgepikt.


Maar de vreugde was maar van korte duur want een overbuurvrouw zag dat moeder Zwaan het jong tussen haar snavel nam en het wegsmeet. Ze stootte het dus af en het jong zwom weg en ging. Toen ik het jong zag zwemmen vond ik dit zo sneu en dacht wat komt er nu nog van terecht.
Gelukkig had een van de buren het nummer van de man die vader Zwaan zaterdag ook had opgehaald en hij heeft deze dus weer gebeld. Het jong is ook opgehaald.
Ik ben benieuwd of wij hier ook nog wat over horen.


Af en toe vaart een jong mee op de rug van moeder Zwaan.
Moeder Zwaan komt wel naar me toe als ik in de zitkuil sta en haar brood geef maar ze blijft wel steeds sissen.




Iedere dag kijk ik of ze nog steeds haar vijf jongen heeft. Iedereen om de vijver is met haar en haar jongen begaan.