Amersfoortse tweedaagse 20 en 21 juni 2014

Ook dit jaar loop ik weer de Amersfoortse tweedaagse. Ik loop deze voor de achtste keer. De andere jaren liep ik altijd de 40 km. maar dit jaar ga ik voor de 30 km.

Vrijdag 20 juni 2014
Omdat ik veel te vroeg op het sportpark Vermeerkwartier ben heb ik nog ruimschoots tijd voor een bekertje koffie. Ik bedenk me dat wanneer ik me voor de 40 km had ingeschreven ik al 5 km op weg was geweest wanneer ik om 8 uur mag starten.



Zoals ieder jaar voert de route ook nu de wandelaars weer o.a. langs Kamp Amersfoort.

Kamp Amersfoort was een Duits politiekamp waar gevangenen van de Duitsers moesten werken tot ze werden vrijgelaten of op transport werden gesteld. 'Op transport' betekende dat zij per goederentrein naar een concentratiekamp in Duitsland of Polen werden gebracht. Zeker 50.000 mensen hebben in Kamp Amersfoort opgesloten gezeten. De meesten waren mannen, maar er waren ook enkele vrouwen en zelfs kinderen bij. De kampcommandant had de dagelijkse leiding en niemand controleerde hem. Samen met zijn bewakers ging hij ongestoord zijn gang.
Het ging er hard aan toe in Kamp Amersfoort. Straffen en mishandelingen waren aan de orde van de dag. Gevangenen werden met knuppels geslagen, geschopt, gemarteld en soms zelfs gedood. Vooral de Joden hadden het zwaar te verduren. Een bekende straf was staan in de 'rozentuin'. De benaming doet denken aan een mooie bloementuin, maar het tegendeel is waar. De kale strafplaats was afgezet met prikkeldraad. De gevangenen vergeleken de prikkels met de doornen van rozenstruiken. Nieuwkomers of gevangenen met straf moesten hier urenlang stokstijf stilstaan. Als ze bewogen kregen ze slaag. De nieuwkomers zagen zo op hun eerste dag al
meteen hoe het er in het kamp aan toeging. Ze waren geschokt door wat zij zagen.
De smerigheid in het kamp was onvoorstelbaar. Overal lagen vuilnishopen. Het deels open riool was een bron van bacteriën en ziektes. De stank was onverdraaglijk. De slaapbarakken waren ongelooflijk smerig. Eens per week mochten ze douchen, met koud water. De vreselijke jeuk door lijfluizen was een extra straf bovenop de kampmartelingen.
Het leven in het kamp was zwaar. Er werd zo'n negen uur per dag gewerkt. Er waren allerlei verschillende soorten werkzaamheden: aardappels schillen, stenen sjouwen, bomen rooien, lopen met een loodzware wals. De Joden moesten het zwaarste werk doen. Alleen op zondagmiddag waren de gevangenen vrij om binnen het kamp iets voor zichzelf te doen. 
Naast angst, pijn en uitputting was er ook honger in het kamp. Vooral in de eerste jaren van het kamp kregen de gevangenen weinig te eten. 
Gevangenen stierven letterlijk van de honger. Vanaf 1943 werd dankzij het Nederlandse Rode Kruis het eten iets beter: voedzamer en met meer brood. Ook mochten gevangenen voedselpakketten ontvangen, behalve de Joodse gevangenen.
bron:internet
Terwijl ik er langs loop bedenk ik me dat we er dit jaar nu eindelijk eens een bezoek moeten brengen.We zijn er de komende weken toch regelmatig in de buurt omdat we met de caravan op de Veluwe staan.
Na de eerste rust, waar helaas op het moment dat ik er aankom, de koffie op is ga ik het defensieterrein "De Vlasakkers" op. Even lijkt het erop dat ik net als sommige andere jaren weer regenkleding moet aantrekken maar gelukkig blijf het bij enkele spatjes.



Zoals altijd heeft de tocht een hoog bos en onverharde paden gehalte maar dat heeft mijn voorkeur wel hoewel ik als valgevoelig persoon wel altijd goed moet opletten.
Wanneer ik bij de tweede rust "Peijnenburg" kom hebben ze gelukkig wel koffie en is er nog een plaatsje op het terras buiten vrij.
Hoewel ik er lekker zit blijf ik er toch niet te lang want ik moet nog zeker 12 km en dat is toch ruim 2 uur. Wel scoor ik er nog een paar gevlochten veter van Sunny. Ik heb wel bewondering voor haar dat ze altijd behangen met heel veel veters wandelt voor het KWF.


Nu op naar de laatste rust "De Vlasakkers". De route is wat anders dan andere jaren en dat vind ik beslist niet erg want er is ondanks dat ik in een bosrijke omgeving wandel toch wel wat te zien. Er zijn allemaal outdooractiviteiten te zien en ook is er een soort indianendorp met schooljeugd te zien.





Wanneer ik bij de laatste rust ben smaakt de koude cola me zo lekker dat ik nog een tweede neem voordat ik aan de laatste kilometers begin.


Via het fraaie bosgebied Klein Zwitserland kom ik tenslotte weer terug bij het sportpark Vermeerkwartier.

Zaterdag 21 juni
Vandaag zit het weer er veelbelovend uit en neem ik dus geen regenkleding mee. Wel ben ik benieuwd hoe mijn voeten het deze dag zullen houden want ik doe vandaag nieuwe schoenen aan. Wel hetzelfde merk en model van New Balance maar wel splinternieuwe!!! Mijn andere twee paren vertonen bij de hiel binnenin wat kapotte plekjes bij de hiel en daar kan ik Nijmegen dus zeker niet op lopen Ook nu is het weer een bekende route. Natuurlijk weer langs de Pyramide van Austerlitz en het Henschotermeer.


De Pyramide van Austerlitz is een 36 meter hoge piramide van aarde, in 1804 gebouwd door napoleontische soldaten op een van de hoogste punten van de Utrechtse heuvelrug, in de gemeente Woudenburg. Boven op de piramide staat een stenen obelisk uit 1894.
bron: internet

Van andere jaren weet ik dat in de buurt van de rust de Valleiruiters, theeschenkrij Eldorado zich bevindt en hier neem ik al jaren de heerlijke rabarbertaart en ik verheug me hier dan ook weer op. Hopelijk bestaat de theeschenkerij nog en gelukkig word ik niet teleurgesteld.
Ik moet er wel een halve kilometer voor omlopen maar dat heb ik er graag voor over.
Al wandelend er heen denk ik even dat ik een zebra zie lopen in een wei maar als ik er dichter bij kom zie ik dat het toch niet zo is.


Dan kom ik bij de theeschenkerij en neem plaats in de mooie tuin. Er zijn meer wandelaars met de hetzelfde 
gedachten dan ik want zij kiezen ook voor de rustige tuin.




Na de koffie en de heerlijke rabarbertaart ga ik weer verder. Even ben ik bang dat ik op een verkeerde route zit want we lopen Woudenberg anders in dan voorgaande jaren. Maar het blijkt toch goed want voor de zekerheid vraag ik toch maar of het wel de 30 km route is. 


De laatste 10 km loop ik eerst met een dame op en later met een man. Het maakt dat de laatste kilometers zo toch ongemerkt onder je voeten verdwijnen hoewel ik net als vorig jaar weer vind dat het lang duurt voordat de rust bij YMCA in zicht komt.
Na de laatste rust is het nog ongeveer 4 km naar de finish en ik ontvang hier mijn nummertje 8 en laat mijn wandelboekje afstempelen. Het lopen op de nieuwe schoenen ging prima, het was alsof ik op pantoffels liep.

Het was deze 2daagse prima wandelweer. Ik heb ook nu weer van de routes genoten. Leuk ook dat er wat veranderingen in de route zaten. Het viel me wel op dat er bij de 30 km heel wat ouderen meelopen.
Mijn GPS gaf aan dat ik in twee dagen 60,17 km gewandeld heb.
Ik heb geen bekenden gezien deze keer maar dat zal wel aan het feit gelegen hebben dat ik dit jaar 30 km liep.


Ook mag ik blij zijn dat ik de tocht zonder verwondingen heb volbracht want als je zulke waarschuwingen op de route tegenkomt zou je toch een beetje huiverig worden.

Dierentuin Artis 12-06-2013




Vandaag reis ik af naar Amsterdam om samen met mijn zusje die in Amstelveen woont een bezoek te brengen aan de dierentuin van Amsterdam, Artis. Ik heb de toegangskaarten gewonnen dus leuk om hier samen met haar gebruik van te maken en zo een gezellige middag met elkaar te beleven vooral omdat we elkaar door de grote afstand niet zo vaak zien..
Ik ontmoet haar voor de ingang.


Artis is meer dan alleen een dierentuin. In de 19 e eeuw is het een centrum voor cultuur en dierkunde. Kunst, wetenschap, dieren en planten vormen er een samenhangend geheel. In 2013 bestond de oudste dierentuin van Nederland 175 jaar.
Gerardus Westerman, Johann Werlemann en Johannes Wijsmuller richtten in 1838 Het Koninklijk Zoölogisch Genootschap Natura Artis Magistra op. Dit betekent letterlijk ‘de natuur is de leermeesteres van de kunst’. De meeste dierentuinen waren in de 19e eeuw privébezit. Vanaf de oprichting wilden de oprichters dat Artis open stond voor publiek. Ze wilden echter niet dat iedereen toegang had tot het park en dus was de toegang alleen vrij voor leden van het genootschap. Het lidmaatschap was door de hoge contributie voorbehouden aan rijke burgers. Het lidmaatschap van Artis werd een soort statussymbool voor gegoede burgers die met giften, zowel in geld als in dieren en voorwerpen, bijdroegen aan de uitbreiding van de dierentuin. 
Aan het begin was de dierentuin niet de belangrijkste taak van het bestuur. Het genootschap had als doel ‘het bevorderen van de kennis der natuurlijke historie op een aangename en aanschouwelijke wijze’ en daarom werden er ook tentoonstellingen, concerten en lezingen gehouden. In het begin waren er slechts enkele apen, papegaaien en herten in de dierentuin te aanschouwen. Verder was er een grote collectie dieren op sterk water en kon men skeletten bewonderen. Kort na de oprichting werd de collectie uitgebreid met een levende panter. In 1839 kreeg het genootschap de kans om de complete menagerie van kermisexploitant Cornelis van Aken over te nemen. Er was toen een uitbreiding van de dierentuin nodig om de olifant, leeuwen, panter, tijger, poema, hyena’s, ijsberen, bruine beren, zebra, lama’s, kangoeroe, gnoe, apen en een slang te huisvesten. 


Vanaf 1851 werden de regels langzaam aangepast en konden steeds meer mensen de dierentuin op speciale dagen in september bezoeken,  onder de voorwaarde dat ze als introducé meekwamen met een lid van het genootschap. Artis werd in de loop van de 19e eeuw steeds groter. Het genootschap kocht steeds meer stukken grond aan in de Amsterdamse buurt de Plantage, waaronder de houtwallen aan beide zijden van de Nieuwe Prinsengracht. Een nadeel was dat schippers die ’s nachts tussen de Amstel en de Entrepotdok voeren stiekem de dierentuin bezochten. In 1866 werd de gracht eigendom van Artis en omgebouwd naar drie vijvers, wat de oplossing vormde voor het probleem.
De uitbreiding ging door met onder andere een roofdierengebouw (1859) en een aquarium (1882). Artis vervulde ook een wetenschappelijke rol als onderzoekscentrum voor dierkunde. Toen deze rol eind 19e eeuw steeds meer door universiteiten werd overgenomen, was Artis genoodzaakt haar poorten te openen voor een groter publiek. Dit veranderde het culturele en wetenschappelijke karakter van Artis in de veelzijdige dierentuin die het tegenwoordig is.


Wat nauwelijks bekend is en waarover maar weinig geschreven is is dat Artis een wel zeer bijzondere functie had in de oorlog, het verleende onderdak aan Joden die hun leven niet meer zeker waren.
Dat kon in een van  de grote kassen maar er hebben er ook ondergedoken gezeten bij de leeuwen, daar was een hooizolder waar de dieren niet bij konden. Maar ook in het wolven- en berenverblijf zaten Joden ondergedoken.
bron: internet


Het valt ons direct op dat Artis een mooi historisch stadspark is met eeuwenoude bomen en veel planten. Het is een genot om er door te wandelen.


We beginnen met een kijkje bij de apen bij de apenrots en lopen al genietend verder. 



Toch heb ik altijd een beetje een dubbel gevoel als ik in een dierentuin ben. Ik geniet van het kijken naar de dieren en toch heb ik met ze te doen omdat ze in gevangenschap leven.

De meesten tijd brengen we door in het Aquarium, ten eerste is het een mooi oud gebouw en ten tweede zijn er prachtige vissen te bewonderen. 




Na een poosje komen we weer buiten en vervolgen onze weg door het prachtige park.



We nemen even plaats op een bankje en drinken iets maar er is nog zoveel te zien en omdat we maar een halve dag hebben gaan we al snel weer verder.




Tenslotte komen we bij de leeuwen nadat we nog vele andere dieren gezien hebben.





Het was een hele gezellige dag zo samen met mijn zusje. 


Ik vond het een mooie dierentuin en de dieren zag er goed uit. Natuurlijk sloten we deze dag weer af met een etentje in restaurant Plancius, tegenover Artis. In het Aquarium had mijn zusje al gezegd dat ze 's avonds vis zou eten. Ik vond het wel grappig dat ze het daar zei omdat de vissen er daar nu niet echt uitzagen om gegeten te worden.
In het restaurant hadden ze een heerlijk visgerecht (dorade) wat we beiden bestelden.


Om 23 uur 30 haalde manlief mij weer op van het station.

Hannekemaaierstocht 09-06-2014 Rolde




Vandaag vertrek in naar Rolde om hier de Hannekemaaierstocht te gaan wandelen. Drie dagen lang kan er een etappe van deze tocht gewandeld worden. Ik kies voor één dag net als vorig jaar. 

De tocht dankt de naam aan de Hannekemaaiers, de tienduizenden Duitse seizoensarbeiders, die drie eeuwen lang elk voorjaar te voet de grens overtrokken. Op hun rug gereedschap en een grote plunjezak met wat extra kleren en grote hoeveelheden spek. Dat was thuis veel goedkoper.
Vooral uit het arme en overbevolkte Westfalen kwamen de mannen hun geluk beproeven op het rijkere Nederlandse platteland. Van de zeventiende tot de negentiende eeuw kwamen ze hier turf steken, klei graven voor de steenfabrieken, helpen bij de oogst en grasmaaien. De seizoensarbeiders kregen de bijnaam hannekemaaier: een samentreksel van ‘Hanne’, de verkleinvorm van Johann, en ‘maaien’.
De hannekemaaiers waren gewild bij de Nederlandse boeren. Ze stonden bekend als harde en goedkope werkers. Omdat ze niet veeleisend waren, lag het gevaar van uitbuiting op de loer.
In 1800 constateerde een Duitse reiziger geschokt dat de arbeiders zich door boeren ‘als slaven lieten behandelen, ze samen met het vee in de stal sliepen, hun zelf meegebrachte brood aten, stinkend water dronken en uiteindelijk ziek terug naar huis terugkeerden’. Tijdens de zomermaanden hadden ze dan twintig tot zeventig gulden weten te sparen.
Door de industrialisatie eind negentiende eeuw verdwenen de hannekemaaiers uit Nederland. Ze konden nu in Duitse fabrieken geld verdienen. Landbouwmachines namen het meeste werk over op het platteland.
bron:  www.innl.nl


Als ik me inschrijf  zie ik dat de tocht van vandaag gelukkig een andere route heeft dan die ik vorig jaar liep. De tocht van vandaag gaat over een deel van het Hannekemaaierspad wat nog in ontwikkeling is en de afstand is 27 km. Direct in Rolde gaat het al het Gemeentebos in wat uit ca. 1880 stamt.


Hierna gaat het richting Nijlande en langs het Wester Veld. Er passeert me iemand en tot mijn verwondering zie ik dat deze wandelaar niets bij zich schijnt te hebben want ik zie geen rugzak en ook geen heuptasje. En dat me zulk warm weer! Want hoewel ik nog maar net vertrokken ben is het al behoorlijk warm.


Het valt me al direct op dat de route heel goed bepijld is en dat is voor mij wel erg fijn omdat ik nog wel eens verkeerd loop als ik geen wandelmaatje bij mee heb.


Bij de start is er gezegd dat er in Amen een rust en stempelpost is en dat dat op 10 km is. gezien de tijd die ik gelopen heb zal het niet meer zo lang duren voordat deze in zicht komt. Wanneer ik Amen ziet denk ik dat ik er ben maar we gaan nog even een smal paadje in om een extra lusje te maken. Ja de Hannekemaaiers  gingen immers ook niet over verharde wegen want die waren er toen waarschijnlijk niet.
maar dan zie ik de rustpost en WC dan toch. het is een mobiele post.


Even ga ik hier zitten en drink er wat en dan ga ik weer verder. De route gaat nu richting Kamp Westerbork over het Groote Zand. Een klaphek waar het bord met "Let op kudde en stier" op hangt maakt toch dat ik wel even rond kijk of de kudde niet vlak bij het pad staat waar ik over moet. Gelukkig zie ik ze heel in de verte staan en het echtpaar dat achter me loopt en ik komen tot de conclusie dat het wel niet echt gevaarlijk zal zijn anders zou de route er wel niet over gaan. 


Ik lopen samen een stukje met dit echtpaar op maar zij gaan bij het Kamp Westerbork een kijkje nemen en ik ga door. Ik wil niet te laat binnenkomen omdat de weersverwachting voor het eind van de middag niet zo goed is. Niet zo veel later moet ik weer over een veerooster en een pad over de hei volgen  en ook hier staat weer een bord.

Als ik op dit pad loop zie ik wel dat er vlak aan het pad gegraasd wordt en ik verzamel al mijn moed om er langs te gaan.


 Maar ze keuren mij gelukkig geen blik waardig


En dit kleintje vind ik zelfs een "liefje" om te zien maar deze heeft natuurlijk niet van die grote horens.
Verder gaat de route weer via Geelbroek naar Eleveld.  Ik heb er dan 20 km opzitten en kijk uit naar een bankje waar ik even een korte rust zou kunnen nemen maar helaas alle bankjes die ik tegen kom zijn bezet door wandelaars of fietsers. 


Ik zie dat ik in de buurt van Assen kom en dat ik binnenkort wel onder de N33 door zal moeten en inderdaad dat duurt ook niet zo erg lang. Het is wel oppassen dat je je hoofd niet stoot.


Het gaat richting Deurze en over de essen gaat het richting Rolde. Heel veel smalle graspaadjes met erg hoog gras en ik ben blij dat ik ondanks dat het warm is een lange broek aan heb want teken daar ben ik heel erg huiverig voor.
Eindelijk zie ik als ik de kerktoren van Rolde al zie een picknicktafel waar niemand zit. Hier neem ik een korte rust en wanneer ik er even zit komt de wandelaar er puffend aan die ik vanmorgen zag die niets bij zich had. Deze vertelt me dat dit wel een les voor haar is vooral als de tocht alleen maar door bossen en over heide gaat en je onderweg niets kan kopen.
Niet veel later loop ik Rolde binnen en meld ik me af. 

Mijn GPS gaf aan dat ik 27,5 km gewandeld heb. Het was erg warm en zelfs en beetje benauwd. Het was een hele mooie tocht, een zeer afwisselend landschap. Bos en heide werd afgewisseld door oude akkertjes, beekdalen met hooiland en karakteristieke dorpjes. een tocht die zeer zeker de moeite waard is om een ander jaar nog eens te wandelen.